DB, een renstal voor Panhard (1939 – 1961)

DB, een renstal voor Panhard (1939 – 1961)

DB, een renstal voor Panhard (1939 – 1961)

 

DB (Deutsch-Bonnet) was een apart automerk dat bestond van 1939 tot 1961 Opgericht door twee onwaarschijnlijke vrienden, de garagehouder René Bonnet en de ingenieur Charles Deutsch. Voor de oorlog al bouwden ze twee racewagens die op het circuit van Montlhéry met matig succes meereden. Deze twee auto’s waren voorzien van Citroën motoren. Ook na de oorlog gingen beide heren door met Citroën techniek, in totaal hebben ze zo 9 DB-Citroën’s gebouwd. De laatste was geen racewagen, maar een sportieve coach. Citroën vond dat maar niets en verbood het leveren van motoren aan DB. Toen stapte DB over op Panhard techniek, met groot succes. Ze behaalden vele overwinningen op Le Mans. In 1961 gingen René Bonnet en Charles Deutsch uit elkaar. René Bonnet begon zijn eigen bedrijf, Charles Deutsch (naast vele andere drukke werkzaamheden) ontwierp racewagens. Onder anderen voor Panhard.

Op deze foto uit 1952 twee DB’s die een overwinningsfeestje vieren.

De belangrijkste successen vierde DB op Le Mans. Hierboven een foto uit de succesvolle vijftiger jaren.

 

Een doorbraak voor DB als autofabrikant was de HBR5: een sportwagen succesvol op alle Circuits en in alle Rallyes. Na overwinningen op Sebring (USA) kwam ook de export naar Amerika op gang. Op deze foto uit 1957 wachten 3 DB’s, jawel rood-wit-blauw, de Franse tricolore, op verscheping naar Amerika.

 

Dit is de laatste versie van de DB HBR5 uit 1959:

 

In 1960 begon DB met de bouw van een heel andere auto: de DB Le Mans cabriolet. Geen echte sportwagen meer, maar een fraaie cabriolet gebaseerd op het PL17 onderstel.

 

Als afsluiting een sfeerplaatje uit 1959: de DB pits op Le Mans.

Voor veel meer informatie over DB kun je de site van de Amicale DB bezoeken. Bij de “links” vindt je een verwijzing naar deze site.

Panhard Automobielclub Nederland

PL17, Citroën staat er achter… (1959 – 1965)

PL17, Citroën staat er achter… (1959 – 1965)

PL17, Citroën staat er achter… (1959 – 1965)

Was de Dyna Z een echte doorbraak, de PL17 is toch meer een doorontwikkeling van de Dyna Z. De basis bleef het middendeel van de carrosserie van de Z. De eerste generatie PL17 modellen, de L1 (berline) en de L2 (cabriolet) weken daardoor alleen qua motorkap en achterklep echt van hun voorganger af.

                        PL17 L1 1959

De tweede generatie PL17’s, de L4 en L5, verschilden meer, zij kregen nu deuren die, veel veiliger, aan de voorzijde scharnierden. Stoelen en deurbekleding werden eenvoudiger en er kwamen clignoteurs onder de koplampen. Onderstaand Nederlandse model behield de clignoteurs aan de zijkant, die bij de Franse modellen verdwenen.                        PL17 L4 1961

De derde generatie de PL17 L6, die werd omgedoopt in “17”, had een verhoogde daklijn waardoor er meer hoofdruimte achterin kwam, een ander dashboard en andere achterlichtunits. Aan de voorzijde kwamen bumpers met een brede groef, andere clignoteurs, andere koplampranden en eenvoudiger sierlijsten. Het reservewiel verhuisde van de kofferbak naar de motorruimte. Ook de motor werd aangepakt: van 851 naar 848cc maar ook van 42 naar 50 PK en van 50 naar 60 PK voor de “Tigre” motor.

                      PL17B L6 1963

Tenslotte kwam er in 1964 ook een Break, deze had een langere wielbasis en dus véél ruimte voor passagiers of goederen.              PL17B Break 1963 

Verder werden er gedurende de hele productieperiode van de PL17 zowel cabriolets als besteluitvoeringen gebouwd die de evolutie van de berline gewoon volgden.

PL17 L6 Cabriolet

PL17 L6 Besteluitvoering

Panhard Automobielclub Nederland

Een nieuwe start: de Dyna X (1943 – 1953)

Een nieuwe start: de Dyna X (1943 – 1953)

Een nieuwe start: de Dyna X (1943 – 1953)

Al vroeg in de oorlog besefte Panhard dat ze na dit conflict nieuwe wegen zouden moeten inslaan. Een kleine, zuinige auto die in grote aantallen gebouwd zou kunnen worden zou het merk een nieuwe toekomst bieden. De ingenieur Delagarde kreeg opdracht een kleine, zeer efficiënte motor te ontwikkelen terwijl Bionier de ultralichte carrosserie zou ontwerpen.

Tegelijkertijd was J.A. Gregoire in opdracht van AF (Aluminium Français) bezig met het ontwerp van een kleine auto, geheel uit aluminium, de AFG. In 1944, na de bevrijding stelde de Franse staat zeer strikte regels voor de automobielindustrie op, het Plan Pons. Panhard kreeg geen toegang tot het benodigde staal. Aluminium Français kwam in contact met Panhard dat het prototype van de AFG ging bestuderen. Het resultaat was duidelijk door dit AFG prototype beïnvloed. maar week er toch zeer vanaf. (hierover is nog jarenlang geprocedeerd tussen Panhard en Gregoire) In 1947 was de Kleine Panhard, type aanduiding X84, rijp voor productie.

Als commerciële benaming werd voor “Dyna Panhard” gekozen, een verwijzing naar de Panhard Dynamic van vóór de oorlog.

Uitvoeringen

Naast de Berline, was vanaf 1950 ook een Berline Découvrable en een Cabriolet leverbaar.
De Dyna X werd ook als bedrijfswagen geleverd in de uitvoeringen: Commerciale, Fourgonette, Break en Taxi.

 

De Dyna X86 Cabriolet (750cc) had veel succes. Er zijn maar liefst 2000 van gebouwd, vooral in 1951 en 1952. Dit exemplaar is van 1952

 

 

De Dyna X85 Découvrable (610cc) 4-deurs heeft een kolossaal open dak, waarbij ook de achterruit wegklapt. Ondanks de grotere praktische bruikbaarheid zijn hiervan toch veel minder exemplaren (zo’n 750) gebouwd.

 

Een bijzonder zeldzame uitvoering van de bedrijfswagens is de Canadienne uit 1949 met een deels houten opbouw. Hiervan zijn slechts 35 ex gebouwd. De fourgonette met een metalen achterbouw werd veel meer verkocht.

 

 

 

Een heel bijzondere Dyna is de Dynavia, een show/studie model naar de mogelijkheden van stroomlijning. De Dynavia benadert de druppelvorm zo dicht mogelijk. Ondanks het hogere gewicht en de 610cc 22pk motor, haalde deze Panhard de 130 km/uur!

Er zijn 2 exemplaren van gebouwd, één ervan bestaat nog steeds, is onderdeel van de fabriekscollecte en wordt af en toe tentoongesteld.

Assemblage in Nederland

Ook in Nederland zijn Dyna Panhards gebouwd. De importeur liet bij carrosseriebouwer Mulder in Boskoop een assemblagelijn installeren voor de Dyna. Tussen 1949 en 1951 zijn daar zo’n 300 Dyna’s gebouwd.

 

Hieronder een foto uit 1949 van de in Nederland gebouwde Dyna van Frans Vrij Aldenhoven

Technische gegevens:

Gedurende de 7 jaar dat de Dyna Panhard verkocht werd, zijn er 4 verschillende motoren geweest:

X84: Van 1946 tot september 1949, de Dyna 100, met een 610cm3 motor (GM600 S) die 22pk bij 4000 tr/min levert. (3CV). Stalen chassis met aluminium voortraverse. Carrosserie van gegoten aluminium delen met aluminium plaatwerk. 4-deurs carrosserie, bagageruimte van binnenuit bereikbaar.

De eerste modellen hadden losse koplampen, maar al snel werden die opgenomen in een stroomlijnkap.

X85: Van september 1949 tot mei 1953, de Dyna 110, met een vernieuwde 610cm3 motor (GM600 SS2) die 28pk bij 4800 tr/min levert (3CV) De cilinders en klepbediening waren nieuw ontworpen. Ook werd het front van de Dyna gerestyled, en werden er flink wat sierlijsten toegevoegd, zodat de auto er wat luxueuser uitzag.

X86: Van september 1949 tot mei 1953, de Dyna 120, met een 745cm3 motor (GM750 SS3) die 33pk bij 5000 tr/min levert (4CV), of met een “Sprint” motor van eveneens 745cm3 (GM750 Sprint) die 38pk bij 5000 tr/min levert (4CV). De “Sprint” motor heeft een grote, dubbele carburateur (Solex 30PAAI), grotere inlaatkanalen en een andere nokkenas.

X87:Van april 1952 tot oktober 1953, de Dyna 130, met een 851cm3 motor (GM850 S) die 38pk bij 5000 tr/min levert (5CV), of met een “Sprint” motor van eveneens 851cm3 (GM850 Sprint) die 42pk bij 5000 tr/min levert (5CV).

Alle Dyna’s hebben een 4-versnellingsbak, trommelremmen met hydraulische bediening, voorvering door twee dwarse bladveren, achtervering door torsiestaven. Schokdemping door Houdaille hydraulische armschokbrekers.

Maten & gewichten:

Lengte (m) : 3, 82

Breedte (m) : 1, 44

Hoogte (m) : 1, 54

Wielbasis (m) : 2, 13

Draaicirkel (m) : 9, 0

Gewicht (kg) X84 : 550, X86 : 580

Max. toegestaan gewicht (kg) : 825

Aantal zitplaatsen: 4/5

Inhoud kofferruimte (m³) 0, 460

Inhoud benzinetank (l) : 30

De Dyna X werd ook als bestelauto geleverd: Fourgonette (gesloten) Commerciale (met vaste zijruiten) Break (met grote schuifruiten en een achterbank) en Canadienne (gesloten met hout). Er zijn ook enkele Limousines en Taxi’s gebouwd met 5 deuren.

Deze uitvoeringen hadden andere typeaanduidingen.

K166: Laadvermogen 300kg, gebouwd van 12/1948 tot 09/1950 op basis van de Dyna 100, beschikbaar als fourgonette en canadienne.

K184: Laadvermogen 500kg, gebouwd van 10/1949 tot 07/1954 op basis van de Dyna 110, beschikbaar als fourgonette, break en commerciale.

K187: Laadvermogen 500kg, gebouwd van 10/1950 tot 03/1953 op basis van de Dyna 120, beschikbaar als fourgonette, break en commerciale.

K211: Laadvermogen 500kg, gebouwd van 07/1952 tot 07/1954 op basis van de Dyna 130, beschikbaar als fourgonette, break en commerciale.

K220: Laadvermogen 500kg, gebouwd van 05/1953 tot 09/1954 op basis van de Dyna 130, beschikbaar als fourgonette, break en commerciale

 

Panhard Automobielclub Nederland

De Junior (1952 – 1955)

De Junior (1952 – 1955)

De Junior (1952 – 1955)

Op verzoek van de Amerikaanse importeur van Panhard die graag een goedkope sportwagen wil, start Panhard een studie naar de mogelijkheden. Na een paar prototypes rolt daar de Junior uit. Technische basis, motor en chassis, zijn Dyna X86, maar de carrosserie is een heel simpele stalen roadster. De auto wordt een groot succes.

Als de Dyna X wordt opgevolgd door de Dyna Z1, krijgt ook de Junior een face-lift.

Een Junior biedt nauwelijks comfort… Maar ontzettend veel rijplezier!

Toys for Boys!

 

Panhard Automobielclub Nederland